Water ”weg”

Op 18 mei wandelen we even naar Gizycko en vinden meteen de draaibrug. De brug wordt compleet met de hand bediend. Vanaf het moment dat de slagboom naar beneden wordt gedraaid door de brugwachter totdat hij een paal in de brug aanbrengt en met een andere paal de brug opendraait. Hij loopt dan rondjes, zodat de brug naar de wal wordt gedraaid en open is voor de boten. Het is een spektakel. De brug blijft wel een tijdje open en daarom drinken wij op de hoek maar even een biertje en verorberen ieder een halve pizza.

Tegen het eind van de middag vermaakt Ad onze buren met gitaarspel. Ze willen eigenlijk blijven als wij ook blijven. Maar daar is deze reis niet voor bedoeld.

Op zondag 19 mei rijden we naar Malbork met een tussenstop in Buczyniec. Het weer wordt beter, hoewel het in Buczyniec miezert. We hebben geen spijt van het bezoek. Buczyniec ligt aan het Elblag kanaal, een verbinding van circa 80 km vanaf de rivier de Elblag naar het zuidelijk merengebied. Het hoogteverschil in het kanaal is 100 meter en wordt op een unieke manier overbrugd. De schepen worden bij iedere etage op lorries geplaatst en met een lier over land via een soort spoorrail naar de volgende etage vervoerd. Daar komen de schepen weer in het water en vervolgen hun weg naar de volgende etage. De installatie is ontworpen door een Hollander en staat op de nationale Poolse erfgoedlijst.

Wij worden opgepikt door een Duits sprekende Pool. Hij brengt ons naar het kanaal met het schip en wij klauteren aan boord. Het is echt een belevenis. Met de boot over land en dan weer te water. Ad maakt veel foto’s waarvan we er enkele zullen plaatsen Zoals altijd is het te simpel om waar te zijn. Dat maakt het ook weer een uniek en geslaagd ontwerp.
Daarna rijden we naar Malbork en belanden op een camping vlakbij het kasteel Malbork. Het is het grootste Gotische kasteel in Europa. De Duitse naam is Mariënburg en er is veel keren van heerser gewisseld. Uiteindelijk is het na de Tweede Wereldoorlog volledig van Polen geworden en is de naam in Malborg veranderd.

Het is warm als wij op maandag 20 mei het kasteel gaan bezoeken. Het staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Wij vinden het erg mooi en het is enorm. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er nogal wat verwoestingen aangebracht, doch de meeste zijn hersteld. Met een koptelefoon en GPS doen wij de route die ons een kijkje geven in het kasteelleven in vroeger tijden. Het kasteel is fantastisch gerestaureerd en wij genieten van de vele mooie ornamenten en doorkijkjes. Onze tour duurt ongeveer 2 uur.

Uitgedroogd en voldaan genieten we van ons welverdiende lokale biertje bij 30 graden met uitzicht op de rivier. Het weer is tropisch warm en vochtig.

Na een gesprek met een buurman besluiten we een dagje uit te rusten, en niet de trein te pakken naar Gdansk, maar op 22 mei naar een camping vlakbij Gdansk te gaan. Van hieruit kun je met de fiets naar het stadje.
De stad is overweldigend mooi. Een relatief klein stadje, dat in de 2e wereldoorlog volledig is verwoest. Men heeft het compleet in de oude staat hersteld en het ziet er geweldig uit. Veel toeristen, maar omdat het weer bewolkt is, hebben wij er weinig last van.

Tegen het eind van de middag komen onze achterburen Esther en Ben een glas wijn drinken, Nou ja, Ben drinkt zijn eigen biertje, want het onze is op. Daarna eten we weer voor een zeer klein prijsje een visje bij het strandpaviljoen dat zich op zo’n 200 meter van onze camperplek bevindt.

Vandaag 24 mei, wasdag. Ad zorgt dat de waslijn hangt en rolt de waterslang uit en wast alle viezigheid van de camper. Morgen nog een rustdag hier en dan weer op pad. Op naar de Oostzee kust.