Hiërogliefen en kanonschoten

Op 5 mei rijden we naar het begin van onze route van de NKC (Nederlandse Kamper Club) en de start in Zweden. Bij Helsingborg, boven Kopenhagen nemen we de ferry naar Helsingør. Van de tocht zien we niets omdat de camper op het benedendek staat tussen de vrachtwagens. De overtocht duurt 15 minuten.
Daarvandaan rijden we naar Hafsten, een mooie camping gelegen aan een fjord. Behalve een complete keuken met fornuizen, ovens en magnetrons heeft men daar ook een afwasmachine. Hoe luxe kun je het hebben. Maar wij doen de afwas gewoon met de hand.

We blijken de enige buitenlanders te zijn tussen de Zweden. ’s Avonds wordt er muziek gemaakt met accordeon, banjo en gitaar. Ad speelt aan het eind van de middag op zijn gitaar en krijgt een uitnodiging om die avond mee te doen, maar hij waagt het (nog) niet. Overigens spelen ze allemaal onbekende Zweedse liedjes een soort combinatie van Zeemans en Tiroolse wals liedjes. De dames zingen uit volle borst mee en de sfeer zit er al goed in.

Het weer is prachtig en daarom eten we buiten. Dat is geen gewoonte in dit land. Men vindt 20 graden al bloedheet en daarom zien we ook prachtige witte blote benen onder korte (uit het jaar kruik) broeken uitsteken. Er is een mooi buitenzwembad en daar maken de kinderen volop gebruik van. Voor ons is het te fris!

We acclimatiseren er nog een dagje, slapen uit, eten uitgebreid ontbijt, lezen een boek en verkennen de camping.

Op 7 mei vervolgen we de NKC route naar Halden in Noorwegen. Het is maar 152 km. We vermijden de autoweg en genieten van de mooie route, die de NKC ons aanbeveelt. Zo kunnen we het openlucht Vitlycke museum bezoeken en bekijken de rotstekeningen uit de bronstijd (zie foto). Via een onbewaakte grensovergang belanden we in Noorwegen, waar geen douanebeambte te zien is (prima voor onze wijnvoorraad). Onze prima voorbereide onbenulligheid bij de grensovergang hoefden we dus niet te gebruiken,. We rijden naar Eigåfossen, een 46 meter hoge waterval en bekijken die

We zijn al vroeg op de camping in Halden, maar stellen het bezoek aan vesting, die je vanaf de camping kunt zien, uit tot morgen. Tijd genoeg, even extra relaxen!

De volgende morgen schijnt de zon weer volop. Het is zomer hier, hoewel de bomen en struiken nog niet zoals in Holland in blad en bloemen staan. We genieten ervan en beseffen dat het de komende weken nog heel anders kan. Na het ontbijt (buiten) trekken we de stoute schoenen aan en wandelen naar de vesting. Het is boven verwachting leuk. We lezen dat de stad Halden, gebouwd in de 16e en 17e eeuw, regelmatig in oorlog was met de Zweden. Het is een imposant fort, dat boven de stad uittorent. Het ligt op een klif boven de stad compleet met borstweringen, kruithuizen en een wirwar van doorgangen. De Noren en Zweden zijn nooit goede vrienden geweest. De stad Halden is 5 x afgebrand, maar ook steeds weer opgebouwd. Hun vloot bestond in 1870 uit 133 schepen.

Als we in de vesting aankomen, horen we kanonschoten en zoeken dekking achter de imposante Noorse rotsblokken. Het blijkt dat men hier op 8 mei Bevrijdingsdag viert. Vanaf de vesting heb je een prachtig uitzicht over de stad Halden.

Morgen richting Lillehammer.